In het Engels zijn er drie lidwoorden

 

the    a    an

Articles (lidwoorden)

the (definite article)

'The' gebruik je voor elk geslacht, enkelvoud en meervoud

 

voorbeelden: the man, the computers, the house, the table, the question, the woman

 

als het volgende woord met a,o,i,u,e begint dan spreek je het uit als [thie]

 

the apple spreek uit: [thie] apple

 

the answer spreek uit: [thie] answer

a, an (indefinite articles)

Je gebruikt 'a' als het volgende woord in de uitspraak met een medeklinker begint

 

a pear, a house, a one-way street [uitspraak wan], a uniform [joeniform]

 

Je gebruikt 'an' als het volgende woord in de uitspraak met een klinker begint

 

an apple, an easy question, an alien, an honest person [de h spreek je hier niet uit]

wel of geen 'the'

Meestal gebruik je geen 'the' als je iets algemeens bedoelt

 

Het leven is mooi. - Life is beautiful (het leven in het algemeen)

 

De prijzen zijn gestegen - Prices have risen (de prijzen in het algemeen)

 

Je gebruikt 'the' als je iets bijzonders bedoelt

 

Het leven van een leraar is geweldig (ahum..) - The life of a teacher is wonderful.

 

De prijs van benzine is gestegen. - The price of petrol has risen.

wel of geen 'the' - bijzondere situaties

Geen 'the' voor namen van straten en pleinen: He lives in Fleet street

 

Geen 'the' voor most + zelfstandig naamwoord: de meeste mensen = most people

 

Wel 'the' voor most + bijvoeglijk naamwoord: The most beautiful girl I've ever seen.

 

Geen 'the' voor next en last + tijdsaanduiding: de volgende week = next week

 

Wel 'the' in andere gevallen met next en last: de volgende vergadering = the next meeting

 

Geen 'the' bij vervoermiddelen die voorafgegaan worden door by: He went by bus.

wel of geen 'a,an' - bijzondere situaties

Wel 'a,an' voor een beroep, functie, geloof of nationaliteit

 

Hij is leraar - He is a teacher, Jack is officier - Jack is an officer.

 

Ze is protestant. - She is a protestant. Hij is Engels. - He is an Englishman.

 

Geen 'a,an' wanneer het beroep enz. maar door 1 persoon uitgevoerd wordt

 

He was president from 1998 till 2003.

 

Je gebruikt 'a, an' :

 

bij per: 12 km per uur - 12 kms an hour , 1 appel per dag - one apple a day

 

na 'as': Als meisje wilde ze dokter worden. - As a girl she wanted to be a doctor.

 

voor 100 /1000/1000.000 enz.: er waren honderd mensen. - there were a hundred people.

 

In het Nederlands zetten wij soms wel 'een' voor woorden in het meervoud of voor woorden die geen meervoud

 

hebben. In het Engels gebruiken we hier geen 'a, an'

 

Wat een mooie huizen - What beautiful houses. Zulk een mooi weer - Such nice weather.

 

maar: Wat een mooi huis! (enkelvoud) - What a beautiful house!

exercises